Live Recensies

UB40 @ 013 11-06-12

Toegevoegd op dinsdag 12 juni 2012, 17:29
Laatste update dinsdag 12 juni 2012, 17:51
Geschreven door Sebastiaan
Bron: Rockblog

UB40 @ 013 11-06-12

Ze zijn al jaren niet meer in de Nederlandse hitlijsten gesignaleerd. Het werk dat ze leveren is vaak zelfs onthutsend slecht. Nee, voor de grote successen van reggaegroep UB40 moet je terug naar de jaren tachtig en vroege jaren negentig, toen platen als Signing Off, Present Arms en Rat In The Kitchen furore maakten. De hits die op die schijfjes staan zorgen er nog altijd over dat de reggaeband anno 2012 nog volle zalen trekt. Zo ook de 013 in Tilburg, tot tweemaal toe.

Maandagavond staat het vervangende concert op het programma. De show op 7 februari werd verzet wegens een gebroken rib van zanger Duncan Campbell. Vier maanden later gaan de Britten in herkansing om wederom hun ferme hitdossier open te trekken. De band – die tot ongenoegen van veel fans drie kwartier te laat optreedt – opent de avond met klassieker Here I Am van Labour of Love II (1989).

Eerst wekt het tienkoppige UB40 de indruk dat het te weinig ruimte op de bühne heeft. Maar al snel wordt duidelijk dat ze (vrij stijf en ongeïnspireerd) op de automatische piloot door de setlist zullen vliegen. Op grappige synchrone danspasjes van de trompettisten na verrast de reggaeband nauwelijks en lijkt het ook niet zijn best te doen het publiek bij de muziek te betrekken. Gitarist Robin Campbell mompelt wat laconiek tussen de liedjes door, hetgeen de interactie en betrokkenheid ook niet bevordert.

Wellicht is UB40 zich hiervan bewust. Want hoe je het wendt of keert: de band hoeft maar weinig te doen om er een feestje van te maken. Wanneer er echter ook recent materiaal van Labour Of Love IV en eentje van de aankomende plaat langskomt, lijkt de avond even een vroege dood te sterven. Zelfs op steenworpafstand slaat het publiek dood en lijkt het te hunkeren naar een nieuwe hit. Dat krijgt het met Higher Ground en Cherry Oh Baby, inclusief tumulteuze dubeffecten en tetterende blazers.

Als Campbell het stokje overdraagt aan bassist Earl Falconer zorgt dat voor een frisse wind, iets dat gedurende de show te weinig gebeurt. Hoe charmant Campbell (strak in pak) ook is, erg interessant wordt ‘het broertje van’ nooit. Terence Wilson is dat duidelijk wel en steelt vanavond de show met zijn uitvoering van Rat In Mi Kitchen, toch wel één van UB40s grootste hits. De hieropvolgende, kakelverse song Blue Eyes Crying In The Rain maakt duidelijk dat UB40 haar weg vervolgt langs het pad van de goed geproduceerde, maar afgezaagde reggae.

Om die reden kunnen de voormalige schoolkameraden voor hun bestaansrecht beter aan hun live-reputatie werken. Immers, een opsomming van al hun hits zou in principe genoeg zijn voor een show van anderhalf uur, met nog wat materiaal van debuutplaat Signing Off. Het dreinerige Kingston Town en Red Red Wine herstellen op het einde de verhoudingen en verzachten het feit dat de kaartprijs (vijftig piek) van vanavond echt veel te duur was.

Reacties

Volg Rockblog